Monte del Lago

Zaterdag 10 september

Reizen naar Monte del Lago

’s morgens met alle spullen weer de trappen af en door Lucca heen naar de auto. Eerst met de koffer en tassen ontbeten bij caffetaria Sunflower ontbeten.

We hebben ingecheckt bij Monte del Lago. De eigenaar is een oma met dochter (oma spreekt alleen Italiaans en de dochter beetje Engels) maar wel een mooi uitzicht en een schone plek. 

Ze gaven aan dat we in Sant Arcangelo goed konden lunchen. Dat hadden we nog niet gedaan, waardoor we eerder waren. 

Wat we dachten dat ze geadviseerd hadden, was een grote vreetschuur. Dat hebben we niet gedaan. Terug gereden, waar ook veel auto’s stonden. Daar hebben we gegeten (zie foto’s Remco). 

Daarna boodschappen gedaan Maggione bij Conad en heerlijke cornetto’s gehaald voor de volgende ochtend. 

Terug om Monte del Lago gewandeld en bij de lokale beachclub belandt. Onder genot van hapje en drankje naar de ondergaande zon gekeken. Gelukkig duurde dat 2 uur en hebben we genoeg gegeten en gedronken hahahaha.

Zondag 11 september

Vandaag gaan we vandaag naar “Grotto Frassasi”. We konden kiezen uit een ochtend of een laat in de middag reservering. We hebben gekozen voor de late reservering, zodat we lekker konden uitslapen en op ons gemak ontbijten. Het is tenslotte vakantie en wat is vakantie zonder uitslapen. 

Ontbijten op het balkonnetjes met het prachtige uitzicht en heerlijke cornetto’s. Op tijd vertrokken om naar de grotten te rijden. Je moet ruim op tijd aanwezig zijn om de kaartjes op te halen. Aangezien het nog 1,5 uur duurt voordat de pendelbus ons brengt, gaan we eerst een broodje eten. Het plein bij de ticketservice is supertoeristisch, veel aandenkens te koop en eettentjes. We gaan voor broodjes en die smaken boven verwachting goed.

Om de tijd vol te maken weet Remco nog wel een wandelpad. We gaan dat pad en op en na verloop van tijd, hebben we in de gaten dat we de weg naar de ingang lopen. Kijk verteld Remco, daarboven, daar zie je al wat van de grotten. De weg loopt tussen twee bergen in en in volle overtuigen zegt Remco in die berg is het….. (foto van de weg en de twee bergen) We lopen verder en vol verbazing zegt hij, he het is toch die andere berg hahaha. Zo’n schat he, soms zo overtuigt van dingen. 

We zijn veel te vroeg bij de ingang en lopen nog wat verder om te kijken wat er verder nog is. Maar uiteindelijk is verboden om verder te lopen. Dan gaan we maar weer terug. Ergens voor de brug hebben we een pad naar beneden gezien, die uitkomt bij het water. Laten we daar effe gaan kijken. Alleen als het redelijk begaanbaar is. Dat is het al snel bij ons, vele ervaringen rijker. Dus we lopen/glijden naar beneden om bij het water even te zitten. Wat foto’s nemen en dan zijn we ook hier wel weer uitgekeken. Dan maar weer naar boven en kijken of we al verder mogen. 

Wij doen een tour waarbij iets verder de berg in gaan. We ontvangen eerste nog een overal, laarzen, helm en klimgordel. We hebben zelf handschoenen meegenomen. Dan als de groep compleet is, ontvangen we instructies. Hoe toeristisch dit ook is, Engels kennen ze niet. Een vna de begeleiders (Luca) doet zijn uiterste best om het ons ook allemaal in het Engels te vertellen.

Dan gaan we de berg in. In flinke wandelpas, want het gaat natuurlijk eerst om het stuk waar niet de anderen komen. Het is overweldigend hoe groot het in de berg is. We hopen dat de foto’s een indruk kunnen geven, maar het is immens. Dan wijst Luca ons op een plek helemaal bovenin. Dat is de plek geweest waar men dit allemaal ontdekt heeft. Het is enorm oud. Van de grote ruimte lopen we door naar de 200meter lange ruimte. Ook hier kijken we ondertussen onze ogen uit. Een van de grootste stalactieten van 7 meter, wordt het zwaard van Damocles genoemd. 

Dan gaat de echte toer beginnen. Het hek rondom het aangelegde pad voor iedereen gaat open. En dan gaan we. Voorzichtig lopen we door alle stalactieten en stalagmieten door. Het wordt smaller en lager. Dan klikken we klimgordels aan elkaar met de karabijnen om de groep niet kwijt te raken. We klimmen een trap af en klikken dan onze karabijnen aan een touw en moeten op handen en voeten verder gaan. Lampjes op onze helm zijn heel fijn, anders zagen we geen hand voor ogen.

Helemaal in de diepte van de berg, moeten we onze lampjes uitdoen. Hier zitten veel vleermuizen en er wordt uitleg gegeven over hoe andere kleine beestjes hier overleven van de overblijfselen van de vleermuizen en hun poep. Dan doen ook de begeleiders de lampjes uit. We moeten allemaal heel stil zijn en dan hoor je het gedruppel van water. Verder is het echt pikkedonker. Je ziet echt helemaal niks. Letterlijk geen hand voor ogen. 

Dan wordt het tijd om terug te gaan. Remco en ik mogen voorop. Na wat geklauter en gekruip komen we bij een kleine gat, waar je de kans krijgt om door heen te kruipen. Remco ziet het niet zitten, maar ik moet natuurlijk wel gaan. Op mijn buik, tijgerend door het gat heen. Gelukkig doet mijn lampje het goed. Verder op staat Luca en roept dat ik naar rechts moet kruipen. Gelukkig wordt het iets ruimer, maar met mijn lange lijf rechtsom gaan is effe een dingetje.

Dan wordt de ruimte groter en kan ik omhoogkomen. Dan geeft Luca aan dat ik moet gaan zitten en mijzelf naar beneden moet laten glijden….. Wel handig dat ik voor de stalagmieten ga zitten en niet erachter, mijn heupen passen er niet door…. Hahaha. Hup ik laat mij naar beneden glijden en ik ben er. Deel van de groep doet net als ik en ander deel ziet het niet zitten. 

Dan is de groep weer bij elkaar. De andere begeleider Andrea, zit een stroompje water vanaf het plafond naar beneden komen. Hij drinkt er van een geeft aan dat het helder en schoon water is. Wij staan te veraf om het ook te proberen, maar sommigen van de groep willen het ook proeven. 

Dan gaan we weer verder, totdat we weer bij het hek zijn. Dan lopen we rustig terug en wordt er nog een hoop verteld over de grotten. 

Uur teruggereden en bij Hotel ristorante Il Gabbiano in Monte del Lago gegeten

Antipasti samen gedeeld.

Remco pasta met zeebaars en ik spaghetti vongole.  En als toetje een bevroren citroen gevuld met citroenijs.

Moe maar voldaan ons bed ingerold. Nadat ik wat schade had ingehaald met schrijven. 

Maandag 12 september

Vandaag hebben we eerst heerlijk uitgeslapen en ben ik naar de supermarkt geweest om die heerlijke cornetto’s te kopen als ontbijt. Op het balkon weer opgegeten, met dat fantastische uitzicht. Lekker fris is het dan nog in Monte del Lago, in de schaduw. We hebben wat spulletjes gepakt en zijn op weg gegaan naar Passignano om daar met de ferry naar één van de eilanden (eiland Maggiore) te gaan.

Remco had nog wel enige stress, bij het kopen van het kaartje werd duidelijk gemaakt dat je FFP2 maskers moest hebben. We hadden wel gewoon de blauwe dingen bij ons en de FFP2 voor het gemak in het huisje laten liggen. “google is your best friend” , maar die vertelde dat alle supermarkten dicht waren. Wat de stress lichtelijk verhoogde bij hem. Ik dacht kan gewoon niet waar zijn, dat er nergens die dingen te koop zijn, als ze dusdanig verplicht zijn bij de oversteek.

Dus ik hobbel weer naar de kaart verkoopster en tracht in m’n beste Italiaans te vragen waar ze te koop zijn. Bij de bar of tabacco. Nou hup weer de weg over, de eerste beste bar vragen en die kon in het engels aangeven dat in de winkel daarnaast ze verkocht werden. Probleem opgelost, Remco weer in de relax modus en op klaar voor “due cappuccini”. Cafeïne niveau weer aangevuld en klaar voor de oversteek.

Water, bootje, zon en beetje wind in de haren. Blijer kan je mij niet maken. Remco heeft z’n gimbal (soort van selfie stick, maar dan anders) meegenomen. Hij is heerlijk flimpjes aan het maken voor straks als aanvulling om mijn verhaal. Het eiland is niet al te groot, dus we kiezen er voor om kaartjes te kopen voor het Museo del Merletto (kant/haak museum), Casa del Capitano del Popolo en Pieve di San Michele Arcangelo (het kerkje van de fransikanen).

Zoals de meesten wel weten, haak ik graag in mijn vrije tijd. Maar in dit museum was het haakwerk wel van een ander niveau. Er werd met heel dun garen de mooiste dingen gemaakt. In 1904 tot 1906 zijn er verschillende vrouwen (haak school) bezig geweest aan een enorm kleed. Op het eiland was dit een van de bezigheden van de vrouwen. Naast het herstellen van de visnetten, werd er nu ook prachtige dingen gehaakt. 

Na het museum, tijd voor drinken en eten. Bij All’ Antico Orologio. In de tuin met uitzicht op het meer, een antipasti en pizza diavolo met natuurlijk wijntje en biertje erbij.  Beide was weer heerlijk eten. Ik was met name erg blij met de pizza, na de absoluut niet lekker pizza in Firenze. Deze was met verse tomatensaus en stukjes tomaat. 

Op naar Casa del Capitano. Hier hangt een hele mooie madonna met kindje Jezus met een bijzondere blauwe cap die van Azul blauwe stenen (uit Afghanistan) is gekleurd. Destijds meer waard dan goud. Verder nog 2 beelden van Jezus. Waarom in dit huis tentoongesteld? Het eiland was zeer welvarend er woonden rijke families en del Capitano, moest zorg dragen dat de regels werden opgevolgd. Doordat de families welvarend waren, konden ze deze bijzondere dingen kopen en/of laten maken op het eiland. De monniken (Fransiskanen zijn ooit hier gekomen voor de rust om zo in alle rust tot gebed te komen). Het klooster en …. Zijn verder op eiland. Dit is niet te bezoeken en later is er een kasteel om heen gebouwd. 

We wandelen rustig verder naar het hoogste punt van het eiland om daar het kerkje (Pieve di San Michele Arcangelo) te bewonderen. Ook hier wordt ons in alle rust alles uitgelegd. De eerste teruggevonden muurschilderingen zijn van 1200. Ze legt ons uit, dat hier leerlingen van Donnatelo hier hun schilderijen maakten. Op een bepaald moment is alles onder gepleisterd en nu trachten ze langzamerhand alles weer weg te krabben en zo weer de schilderingen tevoorschijn te halen. Voor een kleine gemeenschap is zo’n vol beschilderde kerk echt een bijzonderheid. Het kerkje wordt nu enkel nog gebruikt voor trouwerijen. De paar eilandbewoners zijn nu dusdanig oud, dat de wandeling naar de top te zwaar is. 

Na alles gezien te hebben, wandelen we terug via de andere kant van de berg. Op het moment dat we meer en meer tussen de begroeiing wandelen, zijn we ineens lustobjecten van de muggen. Met een flinke pas erin, wandelen we snel naar beneden. We kijken nog even bij het water, maar ondertussen hebben we wel weer dorst. Ik loop nog even een lokaal winkeltje binnen, waar ze wat sieraden en lotions verkopen die lokaal daar gemaakt zijn.

Ze ziet de benen van Remco die al dagen worden geteisterd door muggen. Ze geeft aan dat zij een goed spulletje heeft. Het ruikt enorm naar citronella. Ik denk, baat het niet, het schaadt vast ook niet. We hebben ons flink ingesmeerd en de muggen gaan niet meer rustig op onze huid zitten. Voor nu helpt het. Het is ondertussen 18 uur, dus tijd om weer met de ferry terug te gaan, de vaart terug duurt ruim een half uur. Heerlijk genieten op het water, mooie foto’s maken.

Terug in Passignano, lopen we hier ook nog even rond en besluiten bij Norcineria (slagerij) nog een antipasti plankje te nemen. Ook hier spreken ze enkel Italiaans, dus op mijn beste Italiaans uitleggen dat ik geen wijntje wil, omdat ik nog moet rijden. Hij heeft wel een oplossing begrijp ik. Hij loopt naar het bijbehorende restaurant en komt terug met wijn met l’acqua del frizzante. Zo heb ik niet te veel alcohol. Wat heerlijk hier. De Italianen zijn hier zo gastvrij en vriendelijk. Je merkt dat ze hier nog niet te veel toeristen hebben gehad. 

Als we teruglopen naar de auto merkt Remco op dat hij zijn pet heeft laten liggen. Dus we lopen weer terug, continu aangevallen door de muggen. Maar samen uit, is samen thuis. Dus ook samen terug door de terreur van de muggen. Bij de norcineria aangekomen en de man ziet ons, wijst hij gelijk op zijn hoofd en brengt de pet. Hij had de pet al zien hangen, maar wij waren al uit het zicht. Tja, met die lange benen van ons, zijn we ook zo een eind weg hahaha.

Snel effe een spuitje van dat nieuwe spul in de nek en opnieuw naar de auto. Als we weer in Monte del Lago zijn, zien we hier ook nog een flinke muggen terreur. In de auto ons maar goed insmeren en als twee citronella stickjes lopen we naar het huisje. In plaats van krekel geluiden, zoemt het hier van de muggen.

Ik hoor echt toch liever krekel geluiden en dan dit enorme gezoem. Binnen neem ik een limoncello creme en begin hieraan te schrijven. Ik moet nog wat dagen inhalen, maar deze dag heb ik in ieder geval op papier. Nu ga ik weer terug naar het verhaal in Lucca. 

Foto’s volgen nog maar een filmpje hebben wel gemaakt: